Jaja, zie titel, eigenlijk schelen wij zes jaar.
Ik ben nog zo oud en jij bent al zo jong,
en aan jouw luchthartigheid til ik soms zwaar,
en dan ben ik boos, terwijl jij gewoon je tong
uitsteekt. Want ik ben helemaal alleen en
jij met zovelen.
Alleen al met je jurken ben je vijf mevrouwen
die om beurten eens mevrouw De Coninck spelen.
Ik vind het bijna overspel om nu eens van de ene,
dan weer van de andere te houden.
Soms neem je voor een paar uur de benen
en moet ik in de kleerkast kijken wie er eigenlijk is verdwenen.
Terwijl ik zelf niemand meer ben.
Wat wou ik allemaal niet worden, stichter
van de partij voor minder verdriet,
de vaak geïnterviewde oprichter
van de vereniging voor lofzangen op jouw linkertiet.
Maar ik ben alleen
jouw niemand, jij mijn iedereen.
Uit “Met een klank van hobo”